Slow Food de tentoonstelling
Slow Food is de eerste tentoonstelling die zich exclusief toelegt op het maaltijdstilleven. Ze toont de ontwikkeling van het vroege maaltijdstilleven in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Vanaf 1600 gingen Vlaamse, en vervolgens ook Hollandse kunstenaars schilderijen maken van maaltijden.
Maaltijdstillevens
Het maaltijdstilleven is een nog weinig onderzocht fenomeen uit de Hollandse en Vlaamse schilderkunst. Dit type schilderij werd omstreeks 1600 door Antwerpse kunstenaars in de schilderkunst geïntroduceerd. Spoedig daarna werden ook in Haarlem maaltijdstillevens geschilderd.
Als voorloper wordt een stilleven van de Antwerpse schilder Joachim Beuckelaer uit omstreeks 1560–1565 getoond. Op de achtergrond van dit grote schilderij zijn nog Bijbelse figuren afgebeeld, Christus en de Emmaüsgangers. De nadruk ligt echter al op de uitgestalde etenswaren op de voorgrond.
Clara in de hoofdrol
In Antwerpen werkten omstreeks 1600 twee schilders die door hun relatief omvangrijke productie als de pioniers van het maaltijdstilleven beschouwd worden: Osias Beert en Clara Peeters. De twee maaltijdstillevens van Beert die in de tentoonstelling zijn opgenomen, hebben een donkere achtergrond waartegen het doorzichtige, glimmende glaswerk mooi afsteekt. Op beide stillevens is een keur aan schalen en borden te zien, gevuld met oesters, koekjes, vruchten of suikerwerk. De Vlaamse schilderes Clara Peeters, van wie het Mauritshuis in 2012 een sleutelstuk verwierf, is met maar liefst zes werken in de tentoonstelling vertegenwoordigd. Peeters is vermoedelijk de eerste vrouwelijke schilder van zelfstandige stillevens in de Nederlanden.
Antwerpen en Haarlem
Het maaltijdstilleven kwam niet alleen tot grote bloei in Antwerpen, maar wat later ook in Haarlem. Beide steden hadden van oudsher artistieke banden met elkaar, al was het maar omdat veel Haarlemse kunstenaars, of hun ouders, hun wortels hadden in Antwerpen.
De grondleggers van het maaltijdstilleven in de Noordelijke Nederlanden zijn de Haarlemmers Floris van Dijck en Nicolaes Gillis. De twee schilderijen van Van Dijck in de tentoonstelling tonen een relatief hoog gezichtspunt en een donkere achtergrond. In beide voorstellingen nemen gestapelde kazen een prominente plek in. Die kazen zien we ook op een maaltijdstilleven van zijn stadgenoot Gillis. Dit paneel is zelfs zo verwant aan Van Dijcks maaltijdstillevens dat aangenomen kan worden dat Gillis diens werk goed gekend heeft.
Ontwikkeling
De meeste vroege maaltijdstillevens hebben een vergelijkbare opzet. Schilders kozen voor een hoog standpunt, waardoor we van bovenaf op de gedekte tafels kijken. De objecten en etenswaren zijn weergegeven in een rijk geschakeerd coloriet en steken duidelijk af tegen de donkere achtergrond.
Kort voor 1630 introduceren Pieter Claesz en Willem Heda in Haarlem een belangrijke vernieuwing. Ze brengen de kleuren in hun schilderijen terug en werken in een monochroom palet van vooral bruinen en grijzen. Bovendien kiezen ze hun standpunt wat lager en plaatsen de objecten in diagonale composities. Zo staan de objecten minder op zichzelf en ontstaat er samen met het monochrome palet meer eenheid in de voorstelling.
Interpretatie
Kunsthistorici hebben geprobeerd betekenissen te vinden in deze voorstellingen, maar de interpretatie blijft een lastig vraagstuk. In talloze stillevens uit de zeventiende eeuw ligt een vergankelijkheidsgedachte besloten en maaltijdstillevens vormen op deze regel geen uitzondering. Zo is de vanitas-symboliek op maaltijdstillevens van Claesz en Heda expliciet gemaakt door een horloge in de voorstelling op te nemen.
Een goede maaltijd geldt tegenwoordig als een teken van welvaart en welbevinden, maar de vraag dringt zich op of de grote overvloed van etenswaren op de schilderijen niet beschouwd moet worden als aansporing tot matigheid. Op diverse schilderijen van Peeters staat in elk geval het woord ‘TEMP[ERANTIA]’ (matigheid) op het heft van een prominent weergegeven mes. Daarmee heeft zij mogelijk een diepere lading aan haar voorstellingen willen geven.
Verbluffende details
De wijze waarop de details in de geselecteerde maaltijdstillevens zijn uitgewerkt, is verbluffend. Deze vergaande detaillering is bepalend voor het waarheidsgetrouwe karakter van deze schilderijen. De stofuitdrukking is fenomenaal, evenals de lichtreflecties op de verschillende materialen. Zo wist Peeters op haar maaltijdstilleven in het Mauritshuis de wat brokkelige structuur van de grootste kaas en de afgeschaafde boterkrullen op het bord tot in de kleinste details na te bootsen. Ook de lichtreflecties op het heft van het mes werkte zij heel geraffineerd uit, in een onverwacht losse en energieke toets.
Eenzelfde virtuositeit komen we tegen bij Claesz en Heda. Zo is op Heda’s indrukwekkende schilderij uit 1635 van het Rijksmuseum te zien hoe de kunstenaar excelleerde in de weergave van de lichtreflecties op het grote glas. We zien daarop niet alleen het uit een raam binnenvallende licht gereflecteerd, maar ook de zachte weerschijn van een zilveren tazza en een vergulde bokaal. De weerspiegeling oogt als een verfijnd draadwerk op het glas en is een fraai staaltje van het vakmanschap dat zo kenmerkend is voor de vroege maaltijdstillevens.