Eglon van der Neer

Interieur met handenwassende vrouw

Eglon van der Neer  Interieur met handenwassende vrouw
Eglon van der Neer  Interieur met handenwassende vrouw
862 detail
Eglon van der Neer  Interieur met handenwassende vrouw
Eglon van der Neer  Interieur met handenwassende vrouw
Eglon van der Neer  Interieur met handenwassende vrouw

Eglon van der Neer
Interieur met handenwassende vrouw

Te zien in Zaal 11

Een dame wast haar handen met water uit een zilveren lampetkan. Ze bevindt zich in een chic bordeel – de vrouwen op de achtergrond houden zich met een klant bezig. Wast de vrouw zich na het vertrek van een klant, of wast ze haar handen in onschuld, om aan te geven dat de zonden van de wereld niet haar verantwoordelijkheid zijn?

Van der Neer vertegenwoordigde samen met Schalcken en Verkolje de laatste generatie Hollandse genreschilders. Ze borduurden voort op de genrestukken van hun voorgangers, maar legden de nadruk meer op verfijning en elegantie.

Technische details
Eglon van der Neer  Interieur met handenwassende vrouw

Eglon van der Neer
Interieur met handenwassende vrouw

Te zien in Zaal 11

Naar boven

Detailgegevens

Algemene informatie
Eglon van der Neer (Amsterdam c. 1634 - 1703 Düsseldorf)
Interieur met handenwassende vrouw
schilderij
862
Zaal 11
Materiaal en technische gegevens
olieverf
paneel
49,2 x 39,6 cm
Opschriften
rechtsonder, op de voet van de zuil: Eglon. vander. Neer.fe. 1675

Herkomst

Seger Tierens, Den Haag; veiling Den Haag, 23 juli 1743 (Lugt 582), nr. 128 (610 gulden); Hendrik van der Vugt, Amsterdam; veiling Amsterdam, 27 april 1745 (Lugt 618), nr. 14 (voor 501 gulden aan De Bos); Johan van der Linden van Slingelandt; veiling Dordrecht, 22 augustus 1785 (Lugt 3936), nr. 289 (voor 2.400 gulden aan Cremer); Thomas Theodore Cremer; veiling Rotterdam, 16 april 1816 (Lugt 8862), nr. 79 (voor 2.500 gulden aan Lafontaine); veiling Parijs, 28 mei-2 juni 1821 (Lugt 10046), nr. 57; William Thomas Beckford, Fonthill Abbey (nabij Bath); veiling Londen (Phillips), 10 oktober 1823 (Lugt 10519), nr. 280 (430 pond en 10 shilling); veiling Londen (Phillips), 29 juni 1830 (Lugt 12421), nr. 76 (225 pond); Francis Heusch, Londen, tegen 1833; mogelijk Lord Northwick; veiling Thirlestane House, Cheltenham (Phillips), 26 juli 1859 (Lugt 25025), nr. 1717; Alfred de Rothschild, Londen; Victor de Rothschild, Londen; veiling Londen (Sotheby’s), 19-22 april 1937, nr. 13 (voor 800 pond aan kunsthandelaren S. en R. Rosenberg, Londen); Fritz Mannheimer (1890-1939), Amsterdam; als onderdeel van de Mannheimer-collectie verkocht aan Dienststelle Mühlmann voor Adolf Hitler, Führermuseum, Linz, 1940; Stichting Nederlands Kunstbezit (inv.nr. NK 3116), 1946; in bruikleen aan het Mauritshuis, 1948-1960; overgedragen, 1960

Tweede Wereldoorlog

Dit schilderij behoort tot de Nederlands Kunstbezit collectie (NK-collectie): objecten die tijdens het naziregime zijn geroofd, geconfisqueerd of aangekocht. Na de oorlog kwamen ze onder beheer van de Nederlandse Staat. De afgelopen decennia worden verzoeken tot teruggave weer in behandeling genomen en zijn objecten geretourneerd aan de erven van de rechtmatige eigenaren.

Voor meer informatie: mauritshuis.nl/herkomstonderzoek