Die originele en vernieuwende genrestukken, veelal van vrouwen die verdiept zijn in huiselijke taken, maakten hem tot één van de meest geliefde meesters uit de Hollandse 17de–eeuwse schilderkunst. Het is de eerste, internationale overzichtstentoonstelling van het rijke en gevarieerde oeuvre van Nicolaes Maes, met bruiklenen uit Europa en de Verenigde Staten. Niet eerder werd het oeuvre van de oude meester in al zijn facetten zo breed gepresenteerd.
Dagelijks leven en luistervinken
Jonge en oude vrouwen, verdiept in huishoudelijk taken, kantklossend, naaiend, jonge moeders, dienstmeiden die terugkeren van de markt: Maes was een meester in intieme taferelen uit de Gouden Eeuw. Door de aandachtige weergave van de handeling van de hoofdpersoon zijn het verstilde, bijna monumentale schilderijen. Een aparte categorie in zijn oeuvre vormen de ‘luistervinken’. De vrouw des huizes bespiedt glimlachend de dienstmeid en haar liefje – met haar vinger op de lippen trekt ze de aandacht van de kijker én maant tot stilte. Maes toont zich een meester in het schilderen van interieurs, met deuren en trappen en doorkijkjes naar verschillende kamers. Uit het Dordrechts Museum, de Guildhall Art Gallery en het Wellington Museum (beide Londen) komen prachtige ‘luistervinken’. Uit de eigen collectie toont het Mauritshuis het in 1994 verworven schilderij De oude kantwerkster uit c. 1656.
Ariane van Suchtelen, conservator Mauritshuis en samensteller van de tentoonstelling: ‘Vanuit Europa en Amerika komen bruiklenen naar het Mauritshuis om het verhaal van het kunstenaarschap van Maes te vertellen. Zijn prachtige genrestukken zijn vrij bekend, maar op de tentoonstelling zijn ook zijn vroege Bijbelse schilderijen en elegante portretten te zien. Die schilderijen verschillen zo van elkaar, dat men lange tijd zelfs heeft gedacht dat er twee schilders Maes waren. Deze tentoonstelling toont een Nicolaes Maes die nog niet veel mensen zullen kennen: vernieuwend, invloedrijk met een ongelofelijk veelzijdig en gevarieerd oeuvre’.
Rembrandts invloed
In de beste traditie van zijn leermeester Rembrandt begon Maes als historieschilder met Bijbelse taferelen. In de krachtige schildertrant, de warme kleuren en de sterke licht-donker-effecten is Rembrandts invloed goed herkenbaar. Rembrandt was een toegewijde leraar die zijn leerlingen uitdaagde om inventief te zijn en nieuwe dingen te bedenken. Maes liet zich door zijn leermeester inspireren, maar zocht tegelijk altijd naar eigen, nieuwe oplossingen. Dat is goed te zien op Het offer van Abraham (c. 1653). Dit Bijbelse thema gaf Maes een explosieve lading mee. Dat Maes prachtig kinderen kon schilderen toont Jezus zegent de kinderen (1652-53). De invloed van zijn leermeester bleek in het begin van zijn carrière overheersend: lang zijn Maes’ schilderijen met Bijbelse scènes aan Rembrandt toegeschreven.
Meest vernieuwende schilder
Maes was een pionier in de weergave van binnenruimtes en met zijn originele voorstellingen van het leven van alledag was hij één van de meest vernieuwende schilders van de Hollandse Gouden Eeuw. De huiselijke taferelen die hij vanaf 1653 in Dordrecht vervaardigde zijn een inspiratiebron geweest voor schilders als Pieter de Hooch en Johannes Vermeer. Zijn schitterend uitgewerkte interieurs met ingenieuze doorkijkjes vinden we bij deze kunstenaars terug. In de levensechte weergave van emoties – door middel van goed geobserveerde gebaren en gezichtsuitdrukkingen – toont Maes zich een volwaardige leerling van Rembrandt.
Het grote succes
Het grootste succes, ook financieel, had Maes tijdens zijn leven als portretschilder. In de tentoonstelling hangt een selectie uiterst elegante en kleurrijke portretten van vooraanstaande opdrachtgevers uit alle uithoeken van de Republiek. Ze zijn luxueus gekleed, of zelfs in fantasiekostuum weergeven, en staan in parkachtige landschappen met antieke bouwsels en fonteinen. Het echtpaar Trip-de Geer is nog in stemmig zwart afgebeeld (resp. 1665 en 1669) maar op een groepsportret uit c.1674 staat de onbekende familie er al veel flamboyanter op met zwierige, kleurige japonnen en wapperende sjerpen.
Ook de portretten van een meisje met herten en haar broertje met ijsvogel en hond (1671) blinken uit door kleur en elegantie. De echo van Rembrandt klinkt even na in De regenten van het Amsterdamse chirurgijnsgilde (c. 1679-80). Net als bij De Staalmeesters (1662) van zijn leermeester, lijken deze regenten op te kijken uit hun gesprek, alsof ze gestoord worden tijdens een belangrijke vergadering.
Dat Maes met zijn portretten het meeste geld verdiende, blijkt ook uit de schattingen van zijn totale schilderijen-productie: er zijn minder dan 10 historiestukken bewaard, zo’n 40 genrestukken en maar liefst 900 portretten. Speciaal voor de tentoonstelling is een groep van vier sierlijke portretten van leden van de Leidse familie Van Alphen, die verspreid zijn geraakt over verschillende collecties, tijdelijk herenigd. Net als twee pendantportretten uit het Metropolitan Museum in New York hebben deze schilderijen hun originele lijsten behouden.
Bij de tentoonstelling wordt een toegankelijk geschreven en rijk geïllustreerde catalogus uitgegeven, in het Nederlands en Engels.