Mauritshuis voegt ”ijdele man’’ van Brouwer toe aan collectie

Tweede schilderij in reeks van zeven hoofdzonden

12 jul 2023

Adriaen Brouwer, De Ijdelheid (Superbia), Een Van De Zeven Hoofdzonden, C.1634 1637

Het Mauritshuis heeft een schilderij van de Vlaamse kunstenaar Adriaen Brouwer verworven. De IJdelheid (Superbia), een van de zeven hoofdzonden uit c. 1634-1637 toont een man die zijn snor krult met een schaartje. Het is een zeldzame uitbeelding van het Latijnse begrip Superbia,* de hoogmoed of ijdelheid. De aanwinst maakte oorspronkelijk deel uit van een reeks van zeven panelen waarop vaak een boerse figuur (in totaal zes mannen en een vrouw) een van de hoofdzonden** vertegenwoordigde. Een vernieuwende aanpak, aangezien deze thematiek voorheen alleen door meerdere figuren in een voorstelling uit het dagelijks leven werd uitgebeeld. De reeks van Brouwer raakte rond 1800 verspreid. Van vijf schilderijen is nog altijd onbekend waar zij zich bevinden. De verwerving is mogelijk gemaakt dankzij de steun van de VriendenLoterij.

Klein schilderij met ‘’ijdele’’ man

Op het paneeltje is een man met rode baret te zien die zijn snor krult met een schaartje. De verf is dun aangebracht, de achtergrond is egaal gelaten. De kleding is nauwelijks uitgewerkt, alleen hier en daar witte toetsen verf bij de kraag en manchetknopen. De man kijkt in de spiegel: als een soort snapshot uit het dagelijkse leven. Hij is (overdreven) bezig met zijn image, om zo te laten zien hoe belangrijk hij is. In de Mauritshuis-collectie bevond zich sinds 1897 al een schilderij uit de Brouwer reeks, De Wellust (Luxuria), een van de zeven hoofdzonden. Daarop is een wat slonzige man te zien, met zijn hand in een halfgeopend wambuis (gewatteerd vest). Een referentie naar onder meer seksuele lust. De twee panelen werden door wetenschapper Dr. Peter Klein onderzocht. Hij ontdekte door jaarringenonderzoek (in vaktermen: dendrochronologie), dat beide panelen ontstonden circa 1634-1637, aan het eind van Brouwers leven, en dus uit dezelfde reeks afkomstig waren.

Reeks van zeven panelen

Brouwers’ reeks met zeven hoofdzonden is voor het eerst gedocumenteerd in 1663, in de inventaris van Maria Anna van der Goes in Antwerpen. In deze verzameling bevond zich de oorspronkelijke reeks van Brouwer, maar ook een reeks kopietjes van de zeven voorstellingen door de Vlaamse schilder Joos van Craesbeeck (1606-c.1660). Deze kopietjes zijn in 1902 geveild, en tonen hoe de vijf andere schilderijen van Brouwer eruit zagen. Brouwer-specialist Karolien de Clippel publiceerde in haar monografie over Van Craesbeeck zijn kopietjes naar Brouwer. Ook schreef zij over de oorspronkelijke betekenis van de reeks. Het is niet bekend waar de andere vijf schilderijen van Brouwer zich momenteel bevinden.

Wapenschild

Op de achterkant van beide panelen in het Mauritshuis zijn identieke wapenschilden gevonden, met opeenvolgende nummers in hetzelfde handschrift, 114 en 115. Onderzoek van Olivier Mertens, specialist op het gebied van wapenkunde, wees uit dat deze zegels met wapens van onder andere Spaanse regio’s (Castilië, León, Aragón en Sicilië) en Oostenrijk behoorden tot Don Juan José van Oostenrijk (1629-1679), een buitenechtelijke zoon van de Spaanse koning Philips IV. De reeks van Brouwer reisde dus vanuit Antwerpen al in de 17de eeuw naar het buitenland, waarna ze rond 1800 verspreid raakten.

Adriaen Brouwer

Adriaen Brouwer was werkzaam in Haarlem en Amsterdam, voordat hij definitief in Antwerpen ging wonen. Hij stierf toen hij 32 jaar oud was. Het werk van Brouwer was geliefd bij collega’s onder wie Rembrandt en Peter Paul Rubens die schilderijen van zijn hand verzamelden. Tegenwoordig is het werk van Brouwer, van wie ongeveer 65 schilderijen bekend zijn, relatief zeldzaam. Hij beeldde vooral het boerenleven af, vaak met vechtende of drinkende boeren in of bij Vlaamse herbergen. Brouwer combineerde later in zijn carrière diverse genres. Zo voegt hij soms vrolijke gezelschappen samen met de portretschilderkunst en het landschap. Het schilderij De rokers in The Metropolitan Museum of Art in New York is hier een perfect voorbeeld van. Het schilderij bevat een zelfportret van Brouwer waarop hij samen met een aantal kunstenaars staat, onder wie Jan Lievens, Jan Davidsz de Heem en de al genoemde Joos van Craesbeeck.


*Superbia: wordt gezien als de ergste van alle hoofdzonden, en is eveneens de eerste. Suberbia is het verlangen om belangrijker of aantrekkelijker te zijn dan een ander.
**Zeven hoofdzonden: De ergste zonden die een mens kan begaan volgens de Rooms-Katholieke Kerk, namelijk: ijdelheid, hebzucht, lust, jaloezie, vraatzucht, woede, luiheid.

Achterzijde Adriaen Brouwer, De Ijdelheid (Superbia), Een Van De Zeven Hoofdzonden, C.1634 1637.
Adriaen Brouwer, De IJdelheid (Superbia), een van de zeven hoofdzonden, c. 1634-1637. Achterzijde.