Na overleg met een aantal experts heeft het museum een zorgvuldige afweging gemaakt en met instemming van de eigen Raad van Toezicht besloten om door te gaan met de aankoop. Daarmee is voorkomen dat de drie schilderijen als aparte kavels werden geveild en de kans verkeken zou zijn om de reeks weer compleet te maken. Sindsdien heeft het museum door onafhankelijk specialist Sophie Olie verder onderzoek laten doen naar de herkomst van Allegorie op de zomer, dat in Duitse handen kwam na in 1944 in Den Haag te zijn geveild. Samen met andere NK-stukken was dit schilderij in 2009 geclaimd door erven van de kunsthandelaren Katz, maar volgens de Restitutiecommissie waren er op dat moment geen aanwijzingen dat het gedurende de bezetting nog in eigendom van Katz was. In een archief, dat pas sinds enkele jaren toegankelijk is, ontdekte Sophie Olie dat het schilderij op die veiling is ingebracht door de firma Katz. De Joodse eigenaren van deze kunsthandel waren al eerder uit Nederland gevlucht en hadden het bedrijf overgedragen aan niet-Joodse relaties. Het Mauritshuis gaat door met het onderzoek naar de herkomst van dit schilderij en andere kunstwerken in de collectie. Mede door de ontsluiting van uiteenlopende archieven, ook via internet, kan mogelijk nieuwe informatie boven water worden gehaald.