De Tweede Wereldoorlog werpt nog steeds een schaduw over museale kunstcollecties. Al ruim twintig jaar onderzoekt het Mauritshuis of er nazi-roofkunst in de verzameling aanwezig is.
In de periode 1933-1945 hebben de nazi’s op grote schaal kunstwerken geroofd, in beslag genomen of verkoop afgedwongen. Vooral Joodse kunstbezitters waren hiervan slachtoffer. Objecten die tijdens de oorlog zijn geveild, onderhands verkocht of in bewaring gegeven kunnen afhankelijk van de omstandigheden ook als roofkunst worden aangemerkt. Het restitutiebeleid van de Nederlandse overheid is erop gericht om kunstwerken, die tussen 1933 en 1945 onvrijwillig zijn afgestaan, terug te geven aan de rechtmatige eigenaren of hun erven.