19. Barst!
Het Meisje was nog jong toen Vermeer haar schilderde, maar net als mensen rimpels krijgen als ze ouder worden, verraden schilderijen hun leeftijd met barstjes. Het fijne netwerk van barstjes dat na verloop van tijd op een schilderij verschijnt, wordt ‘craquelé’ genoemd. U kunt het zien als een charmant onderdeel van het verouderingsproces: een teken dat het Meisje al meer dan 350 jaar bestaat.
Hoe ontstaat ouderdomscraquelé? Verf en grondlagen worden in de loop van de tijd steeds minder flexibel en steeds brozer. Als het schilderij wordt bewaard in een ruimte waar temperatuur en vochtigheid instabiel zijn, kan het doek afwisselend krimpen en zijn spanning verliezen. Hierdoor ontstaat er druk op de grondering en verflagen, met als gevolg dat ze breken. Als het doek sterk krimpt, gaan de randjes van elke verfschol omhoog staan; dit fenomeen wordt ‘cupping’ genoemd. Als een schilfer grondering en verf loskomt van het doek, ontstaat er verfverlies.
Het bestuderen van craquelures is gewoonlijk niet iets waar restauratoren zich als onderdeel van een behandeling intensief mee bezighouden, maar het team dat het Meisje in 1994 onder handen nam, was gefascineerd door haar barstjes. Jørgen Wadum, een van de restauratoren, maakte een schematische weergave van de verschillende soorten craquelé en het ontstaan ervan in het Meisje:
- Een zichtbaar patroon van ouderdomscraquelé,
- Spinnenwebcraquelé, het gevolg van een stoot of druk op een bepaald punt,
- In de hoeken: craquelé dat is ontstaan doordat er te hard op de spieën van het spieraam is geslagen,
- Fijn craquelé in de grondering, ontstaan direct na het gronderen.
In 1994 vroegen de onderzoekers zich af waarom de barstjes in het gezicht van het Meisje zo breed en donker waren. Dit is deels veroorzaakt door vroegere restauratiebehandelingen die meer kwaad dan goed gedaan hebben.
Bij de restauratie in 1882 werd een bedoekingslijm op waterbasis gebruikt waardoor het originele doek sterk kromp. Dit resulteerde in cupping van de verf en grondering en een aantal lacunes. Toen het schilderij in 1915 opnieuw werd behandeld, werd de vernis ‘geregenereerd’ met materialen die opnieuw weinig goed deden, waaronder copaïvabalsem, een boomhars. Dit kwam in 1994 aan het licht bij de analyse van zwart materiaal in de barstjes.
Nieuw licht op de barstjes
Bij het huidige onderzoek Meisje in de schijnwerper heeft onze apparatuur nog meer informatie over de barstjes verzameld.
Op de strijklichtfoto (hierboven) zien we het driedimensionale reliëf van het schilderij, waaronder ook de cracquelé en de cupping van de verf bij de barstjes.
Als kleine stukjes verf en grondering loskomen van het doek kunnen er stukjes afvallen en blijven er lacunes achter. Op de röntgenfoto zijn die herkenbaar als zwarte vlekjes.
Met het blote oog is niets van deze lacunes te zien omdat ze bij de behandeling in 1994 zorgvuldig zijn opgevuld en geretoucheerd. (Zoals ik beschreef in mijn blog over restauratiegeschiedenis zijn sommige losgeraakte stukjes die aan de vernis vast zaten bewaard als verfmonsters.)
Kleur/topografie
De kleur/topografiescanner bediend door Mathijs van Hengstum van TU Delft verzamelt op microscopisch niveau in ultrahoge resolutie informatie over het craquelépatroon. Op het schilderij worden fijne verticale en horizontale lijnen geprojecteerd die geregistreerd worden door twee camera’s aan weerzijden van het schilderij. De afwijkingen in deze lijnen worden door een computer vertaald in topografische informatie over het schilderij. Met de kleur-/glans-/topografiescanner kon Willemijn Elkhuizen van de TU Delft verschillen in de glans, kleuren en topografie detecteren. Dit is vooral van belang in de achtergrond van het Meisje. We weten dat de achtergrond oorspronkelijk een donkergroen-zwarte kleur had, maar de kleur en glans zijn in de loop van de tijd veranderd, waardoor die er grijs en vlekkerig uitziet. De Hirox hybride 3D digitale microscoop legt beelden vast van het reliëf van het schilderij. De kop van de microscoop roteert 360 graden zodat de textuur van alle kanten wordt vastgelegd. De barsten zijn te zien als pieken en dalen.
Het is van groot belang om de huidige staat van het craquelé vast te leggen, zodat we bij toekomstig onderzoek naar het Meisje in de gaten kunnen houden of er veranderingen optreden. Een belangrijk deel van restauratieonderzoek is om de geschiedenis van een kunstwerk te achterhalen en in te kaart brengen welke veranderingen er in de toekomst mogelijk plaatsvinden. Goedbedoelde restauratiebehandelingen in het verleden – bedoekingen met water, het regenereren van vernislagen – hebben een aantal bestaande problemen verergerd, maar desondanks is restauratie van essentieel belang geweest voor het verlengen van de levensduur van dit meesterwerk, waarvoor een eeuw geleden nog nauwelijks waardering was. Het Mauritshuis draagt zorg voor het behoud van het Meisje met de parel en alle andere werken in zijn collectie door een stabiele omgeving te creëren, de schilderijen te beschermen achter UV-werend glas, regelmatige controles te verrichten en indien nodig conservatie- en restauratiebehandelingen uit te voeren.
Referenties
- Bucklow, Spike, The Classification of Craquelure, Hamilton Kerr Institute.
- Flores, J.C. (2017) ‘Mean-field crack networks on desiccated films and their applications: Girl with a Pearl Earring,’ Soft Matter, 13, pp. 1352-1356.
- Noble, Petria and Epco Runia (2009) Preserving our Heritage: Conservation, Restoration and Technical Research in the Mauritshuis, Waanders, p. 184.
- Groen, Karin M., Van der Werf, Inez D., Van den Berg, Klaas Jan, Boon, Jaap ‘Scientific examination of Vermeer’s Girl with a Pearl Earring,’ In: Vermeer Studies: Studies in the History of Art, edited by Ivan Gaskell and Michiel Jonker, National Gallery of Art, Washington D.C., Yale University Press, New Haven/London, 1998. [online version]
Dankbetuiging
- Röntgen en fotografie: René Gerritsen Kunst & Onderzoeksfotografie
- Digitale microscopie: Emilien Leonhardt en Vincent Sabatier (Hirox Europe)
- Ultra-hoog resolutie kleur/topografie scanning: Mathijs van Hengstum, Yu Song (TU Delft)
- Kleur/glans/topografie scanning: Willemijn Elkhuizen, Tessa Essers, Jo Geraedts (TU Delft)
- Jørgen Wadum (CATS at Statens Museum for Kunst, Copenhagen / vroeger Mauritshuis)